Zakkendrager

Dit oude beroep kom je al in de dertiende eeuw tegen in de annalen van Schiedam. Niet iedereen kon zomaar zakkendrager worden en alleen als iemand ermee stopte of overleed kon een nieuw lid tot het gilde toetreden. 'Een nieuwe drager moest wel gezond van lijf en leden zijn, voor het werk geschikt, van "goed zedelijk" gedrag en tussen de 20 en 30 jaar oud zijn,' aldus het Anthonisgilde.
Foto: Beeldbank Gemeentearchief Schiedam

Molens
Schepen voerden het graan aan uit alle windstreken. De zakken werden in de havens gevuld en naar de reusachtige molens gedragen waar het graan voor de vele branderijen werd gemalen. Ook andere goederen als wijn, bier, haring, zout en turf vervoerden de dragers. Niet alles ging in zakken maar wel 'met de lijve of de hals' gedragen.

Gilde
Sint Anthonie- of Zakkendragersgilde bestond van 1465 tot 1939. De stad Schiedam bepaalde welk loon moest worden uitbetaald. Een aantal keren kwamen de dragers in opstand en staakten voor een hoger loon. Het gilde werd dan opgeheven en het beroep vrij zodat iedereen dragerswerk mocht verrichten. Uiteindelijk zwichtte de gemeente dan, verhoogde de lonen en mocht het gilde weer aan de slag. 

Zakkendragershuisje
'Er moesten dagelijks een of meer schepen gelost worden. De Gildemeester en later de Commissaris luidde dan telkens de klok van het Zakkendragershuisje. Ook keerde hij een zandloper om. De zandloper liep precies zeven minuten. Na die zeven minuten ging de deur van het Zakkendragershuisje dicht. Wie dan binnen was, kon meedingen naar het werk. En werk betekende toen brood op de plank. De voorman bepaalde hoeveel man hij voor het werk nodig had.

'Meedingen ging door dobbelstenen te gooien. Dat moest zo eerlijk mogelijk gebeuren. Zonder handigheidjes. Het werpen ging in een trechter met een bak eronder. Smakken heette dat. De dragers die de hoogste ogen gooiden, konden aan het werk. In het Zakkendragershuisje lagen de gereedschappen al klaar. De smakbak is nu nog steeds aanwezig”, aldus het Anthonisgilde.

Schaarste
In 1875 brak er een Europese landbouwcrisis uit waardoor het graan schaars werd. Omdat de jeneverproductie min of meer de enige industrie was waar Schiedam op draaide, raakten veel branderijen en de stad snel in verval. De hoogtijdagen van de jeneverindustrie waren definitief voorbij.

Bert van der Waarde